09-12-2019

Netwerkzorg: alleen als het écht moet

Netwerkvorming is een van de meest gehoorde termen als het gaat over vernieuwing in de zorg. Een gemiddeld Nederlands ziekenhuis neemt al gauw deel in meer dan 100 netwerken. In een academisch ziekenhuis zoals het Erasmus MC ligt dit aantal zelfs veel hoger: 235 netwerken. Daarmee rijst de vraag: (wanneer) is het zinvol om zorg te ‘vernetwerken’ en wat brengt het de deelnemende instanties en vooral de patiënt?

De juiste meerwaarde creëren

Het korte antwoord op deze vraag is: netwerken leveren lang niet altijd meerwaarde en vernetwerken van alle zorg is zeker niet zinvol. Dit komt doordat een groot deel van de zorgvragen nog altijd monodisciplinair te behandelen is. Ook hebben veel patiënten slechts één zorgvraag tegelijkertijd. Dit zijn patiënten die prima binnen één zorginstelling geholpen kunnen worden. Voor deze groepen is de som van organisaties niet meer dan de losse onderdelen.  

De toegevoegde waarde van het netwerk

Ingewikkelder wordt het wanneer de patiënt afwijkt van deze criteria. Dan zijn meerdere zorgverleners tegelijk betrokken en is communicatie en afstemming essentieel: een goede samenwerking idus vereistIenkele gevallen hebben zorgorganisaties elkaar nodig om een benodigde dienst te leveren, omdat ze dit zelfstandig niet voor mekaar krijgen. Dit is het moment dat zorgnetwerken hun toegevoegde waarde gaan leveren. De gezamenlijke uitkomst is namelijk (veel) meer dan een som van de uitkomsten van deze afzonderlijke organisaties(1). Het type netwerk wat nodig is, hebben we eerder beschreven. Nu zullen we ingaan op de vraag wanneer een netwerk noodzakelijk is. 

Ten eerste zijn netwerken relevant voor chronische patiënten die bij meerdere zorgverleners een gedeelte van hun zorgvraag neerleggen. Een goed voorbeeld hiervan zijn patiënten met vaatlijden. Voor diagnostiek en monitoring zijn bezoeken aan een medisch specialist noodzakelijk. De kort cyclische opvolging kan echter evengoed plaatsvinden bij een 1e lijns centrum. Voor het aanpassen van het dieet zijn bezoeken aan een diëtist of lifestylecoach noodzakelijk. Zie hier het netwerk aan zorgverleners wat zich ontvouwt. Wel zo fijn voor de patiënt als er hier onderlinge gegevensuitwisseling en afspraken plaatsvinden. 

Een netwerk voor snelle en goede afstemming

Daarnaast zijn netwerken relevant voor patiënten met multimorbiditeit. Wanneer een patiënt verschillende aandoeningen heeft die tegelijk behandeld moeten worden, is er een grote kans dat de behandelingen elkaar beïnvloedenEen gedeelte van de behandeling zal dicht bij huis, in een perifeer ziekenhuis of 1,5e lijns centrum plaats kunnen vinden. Voor een ander gedeelte is een medisch specialist in een academisch ziekenhuis noodzakelijk. Onderlinge afstemming kan alleen plaatsvinden als er goede afspraken gemaakt zijn over rollen en verantwoordelijkheden. Een netwerk kan dan helpen bij snelle en goede afstemming. 

Als laatste is er een kleine, maar zeer complexe, groep patiënten die een combinatie van zorgvragen en sociaal-maatschappelijke vragen heeft die elkaar over en weer beïnvloeden. Hier wordt zowel het ‘cure’ als het ‘care’ domein van de zorg aangesproken. Voor deze groep patiënten is netwerkzorg essentieel. Hier is er zowel toegevoegde waarde in kwaliteit van zorg als in zorgkosten. Een groeiende categorie in deze groep, zijn de oudere 80+ patiënten. Ouderdomsklachten, eenzaamheid en specifieke zorgvragen komen samen bij deze patiënten. Om een goede afweging te maken in interventies, ADL-zorg en het realiseren van een passende thuissituatie, is afstemming tussen zorgverleners cruciaal. Dit werd voorheen vaak geregeld in verzorgingshuizen. Het steeds meer wegvallen van deze organisatievorm door langer thuis te wonen, vraagt een alternatief. Dit kan gevonden worden in zorgnetwerken. 

Een gedifferentieerd aanbod

Hoe het netwerk eruit kan zien is een vraagstuk wat we in een latere blog zullen bespreken. Zeker is dat een patiënt met eenzelfde medisch inhoudelijk zorgvraag, vaak een gedifferentieerd aanbod kan verwachten. Hierin spelen onder andere comorbiditeit, individuele behandeldoelen en de sociale omgeving een rol. Voor zorgverleners is het zaak patiënten te segmenteren en kort na aanvang van een zorgtraject te bepalen welk type zorgaanbod passend is bij deze patiënt. In veel gevallen kan binnen de eigen organisatie al het benodigde geboden worden, bij uitzonderingen zal het netwerk zijn werk gaan doen. En juist deze laatste groep patiënten zal voor het gevoel de meeste tijd kosten, vanwege het maatwerk dat hier noodzakelijk is.  

Bedenk goed waar een netwerk nodig is alvorens het op te zetten en zet de samenwerkingen die geen toegevoegde waarde hebben stop. Zo gaat de kostbare tijd van zorgprofessionals naar de juiste plek: de patiënt. 

  1. Boek: Organisatie netwerken. Patrick Kenis en Bart Cambré, 2019. 
Delen