08-06-2021

Het hybride ziekenhuis: de plek voor acute zorg én planbare zorg

Het meest gebezigde woord in de afgelopen 1,5 jaar is het waarschijnlijk het C-woord. Bijna iedereen van enige importantie die iets zinnigs te zeggen had over “de zorg” verscheen wel in een talkshow om zijn of haar visie te geven op het kabinetsbeleid, opgaande of neergaande trends enzovoorts. Betrekkelijk weinig aandacht was er voor de planbare zorg, die de ziekenhuizen noodgedwongen en logischerwijs hebben moeten afschalen om de acute zorg het hoofd te bieden.

Nu we in een andere fase terecht zijn gekomen (die hopelijk aanhoudt!) is het tijd om de blik te verruimen en ook aandacht te schenken aan de planbare zorg, waar honderdduizenden Nederlanders op wachten. Het gaat in dit betoog niet om “inhaalzorg”, maar om de fundamentelere vraag: hoe kunnen ziekenhuizen de noodzakelijke 24/7 ziekenhuiszorg leveren én de planbare zorg leveren?

Overwegingen bij de planbare zorg

Recent vertelde een oud-huisgenoot mij dat zijn moeder een “nieuwe knie had gekregen” bij een zelfstandige behandelcentrum (zbc). Het enthousiasme waarmee hij hierover sprak, riep bij mij bijna de vraag op wanneer ik eindelijk mijn nieuwe knie kan krijgen… In Nederland komen er steeds meer aanbieders van planbare zorg. De zbc’s blijken beter in staat om tegen lagere kosten dan de ziekenhuizen prima zorg te kunnen leveren. Met de toenemende zorgvraag kunnen we partijen die de zorg doelmatiger kunnen leveren prima gebruiken. Maar… er is wel een keerzijde van deze medaille. Een aantal gedachten, waarvan ik denk dat we (de politiek, zorgverzekeraars, zorgaanbieders, …) hier op z’n minst over moeten kunnen nadenken.

Hybride ziekenhuis Blog Kees van Bemmel _ ontwikkeling totale heupprothese in kengetallen
Figuur 1: Ontwikkeling in kentallen van het aantal totale heupprotheses (THP’s) naar type instelling. Te zien is dat landelijk het aantal THP’s met 14% is toegenomen in 2019 t.o.v. 2016. In die periode is het zbc-volume enorm toegenomen (85%). Dit komt deels uit autonome groei (meer vraag), maar ook doordat zbc’s volume van de ziekenhuizen hebben overgenomen: de ziekenhuizen hebben in 2019 tezamen 7% minder THP’s geplaatst dan in 2016. (bron: ZorgInstituut Nederland (ZiN) waarbij gebruik gemaakt is van LROI-gegevens )

1. Veranderende markt

Medisch specialistische zorg is (allang) niet meer het exclusieve domein van de ziekenhuizen. Zbc’s weten patiënten aan zich te binden door uitstekende service en kwaliteit te leveren. Door gestroomlijnde processen, geringe overhead, het ontbreken van de kostbare 24/7-beschikbaarheidsfunctie kunnen zij tevens de kosten minimaliseren en hebben zij een propositie voor de financiers van de zorg waar je bijna geen “nee” tegen kunt zeggen. Patiënten waarderen de kwaliteit en service en ook de huisartsen geven patiënten steeds vaker een behandeling in een zbc ter overweging. De “vragers” in de zorg veranderen hun gedrag, zbc’s spelen hierop in en nu is de vraag: wat doen de klassieke aanbieders van medisch specialistische zorg (de ziekenhuizen)?

2. Verdringingsmarkt: “strijd om behoud van personeel”

Mensen die in de zorg willen werken worden steeds schaarser. Zelfs al zou de BV Nederland voldoende financiële middelen hebben, dan nog zijn de mensen er simpelweg niet. De branchevereniging van zelfstandige klinieken (ZKN) verwacht dat in de komende vijf jaar het aantal patiënten in zbc’s verdubbelt (zorgvisie, 24 februari jl.). Ik denk dat ze hier gelijk in gaan krijgen – en misschien dat dit nog een voorzichtige inschatting in. De groei van de zbc’s zullen zij mede mogelijk maken door personeel dat nu werkzaam is in de ziekenhuizen aan zich te binden. Hiermee kan de continuïteit van de zorg in de ziekenhuizen (ook voor de 24/7 zorg) onder druk komen te staan.

3. Compleet zorgaanbod

Waar zbc’s ervoor kiezen een deel van de zorg aan te bieden voor een geselecteerde patiëntenpopulatie, willen/moeten de ziekenhuizen een compleet zorgaanbod leveren, incl. de minder complexe zorg voor minder complexe patiënten. Om geroutineerd te blijven, moet je voldoende vlieguren kunnen maken en dat lukt minder (of: onvoldoende) met een steeds zwaarder wordende patiëntenpopulatie.

4. Kruisfinanciering: we zitten in het zelfde schuitje

Zelfstandige behandelcentra richten zich (doorgaans) op de minder complexe zorg, waardoor voor de ziekenhuizen als vanzelfsprekend het aandeel complexere zorg toeneemt, inclusief de bijbehorende kosten. Met de huidige bekostiging van de ziekenhuizen, waarbij de beschikbaarheidsfunctie en verlieslatende zorg mede worden gefinancierd vanuit het resultaat uit minder complexe zorg (kruisfinanciering), kunnen ziekenhuizen het zich niet permitteren om minder complexe zorg te zien verdwijnen naar de zbc’s. Dit betekent dus ook dat dit onderwerp niet alleen de usual suspects aangaat (orthopedie, oogheelkunde, dermatologie, kno, …), maar iedereen in het ziekenhuis. Die vakgroepen die deze zorg niet/beperkt leveren, dienen zich ervan bewust te zijn dat een deel van hun activiteiten wordt gefinancierd door hun collega’s.

Het gaat niet om “inhaalzorg”, maar om de fundamentelere vraag: hoe kunnen ziekenhuizen de noodzakelijke 24/7 ziekenhuiszorg leveren én de planbare zorg leveren?

Hybride: maatpak met randvoorwaarden

De punten hierboven beschrijven waarom ziekenhuizen (bestuurders en alle vakgroepen) mijns inziens moeten nadenken over de vraag hoe zij de minder complexe zorg een plek geven in hun organisatie. Ervan uitgaande dat ziekenhuizen deze zorg willen/moeten behouden, dringt zich de vraag op: hoe dan? Kun je als ziekenhuis tegelijkertijd de noodzakelijke 24/7 ziekenhuiszorg leveren én de planbare zorg op concurrerende wijze leveren? Ergo: hoe ziet een hybride ziekenhuis eruit?

Maatwerk

Het antwoord op deze vraag is de uitkomst van een zoektocht die per ziekenhuis verschilt, omdat het speelveld per ziekenhuis verschilt. Het beoogde ziekenhuisprofiel, de nabijheid van andere zorgaanbieders, de financiële situatie, de mate waarin betrokkenen de nut en noodzaak van het behoud van deze zorg onderschrijven zijn alle van invloed op de uitkomsten van de zoektocht naar de inrichting van een hybride ziekenhuis.

Randvoorwaarden

Hoewel per ziekenhuis de onderwerpen dus verschillen die van invloed zijn op de zoektocht naar de hybride ziekenhuisorganisatie, zijn er weldegelijk randvoorwaarden die noodzakelijk zijn voor het succesvol definiëren van de oplossing:

  1. Aantrekkelijke propositie
    Wat wordt ons concurrerend zorgaanbod (inhoudelijk, kwalitatief en service)? Welk zorgconcept hoort hierbij? Is het mogelijk dat binnen één en dezelfde organisatie verschillende serviceconcepten bestaan? Een ander aspect hierbij is: hoe kunnen ziekenhuizen zich positief onderscheiden in de zorg die zij leveren, of misschien: niet leveren? Kunnen ziekenhuizen bijvoorbeeld hard maken dat zij daadwerkelijk terughoudender zijn in het opstarten van kostbare behandelingen door patiënten eerst conservatief te behandelen?
  2. Cultuur
    Ieder ziekenhuis streeft naar doelmatige zorg. Ik ken geen ziekenhuis dat dat niet nastreeft. Hetzelfde geldt voor kwaliteit en service: ieder ziekenhuis heeft dit hoog in het vaandel. En toch is er een verschil met de zbc’s. Het voorbeeld dat ik hierboven noemde van mijn oudhuisgenoot (en zo ken ik er legio) is sprekend: cultuur ervaar je! De servicegerichtheid van/in behandelklinieken is anders. Zo anders dat veel patiënten de ambassadeurs zijn geworden van die klinieken. Ik denk dat veel ziekenhuizen hier nog een slag kunnen slaan, maar dat vraagt mijn inziens wel een cultuuromslag.
  3. Governance en aansturing
    Welke eisen stellen we aan de governance en managementstructuur van de nieuwe organisatie? Slagvaardigheid en wendbaarheid zijn van eminent belang in een concurrerende markt.
  4. Capaciteitstoebedeling en -management
    Om de minder complexe patiënten aan ons te (blijven) binden, is het nodig om de toegangstijden te reduceren. Welke capaciteiten hebben we hiervoor nodig en hoe kunnen we deze optimaal inzetten, zonder dat worden onderbroken door (bijvoorbeeld) spoedzorg? Afspraken zijn nodig met capaciteitsorganen in het ziekenhuis (denk aan de afdeling Radiologie en de OK), maar ook met belangrijke disciplines in het ziekenhuis, zoals de radiologen en anesthesiologen. Doelmatigheid en kwaliteit nemen evenredig toe met de mate waarin zorgprofessionals dedicated beschikbaar zijn voor deze planbare zorg.
  5. Financiën
    Zorgverzekeraars kijken breder dan alleen de schadelast die zij hebben te managen: kwaliteit van zorg en het voorkomen van zorg hebben even zo goed hun aandacht. Dat neemt niet weg dat zij een zorgplicht hebben en zolang de zorgvraag toeneemt, zullen partijen die goede kwaliteit en service weten te leveren tegen lagere tarieven een welkome partij zijn voor de zorgverzekeraars. Tegelijkertijd heeft geen enkele zorgverzekeraar er belang bij dat “ziekenhuizen omvallen”: het kan niet anders dan dat op termijn de zorgverzekeraars met gedifferentieerde tarieven gaan werken, waarbij de tarieven meer in lijn komen met de kostprijzen (dan nu het geval is) Zolang deze ongelijkheid nog bestaat (en de tarieven voor patiënten met een omvangrijke zorgvraag gelijk zijn aan die van patiënten met een geringere zorgvraag), is de (financiële) noodzaak voor ziekenhuizen om zich om te vormen tot een hybride organisatie onvermijdelijk.

Alternatief: samenwerken

De kardinale vraag is: kunnen/willen ziekenhuizen tegelijkertijd een organisatie zijn met een 24/7-beschikbaarheidsfunctie én een “ronkende fabriek” die op doelmatige wijze de planbare zorg levert? Het antwoord hangt af van de mate waarin het ziekenhuis zich kan/wil omvormen tot een organisatie die de concurrentie met de zbc’s aan gaat. Als de mogelijkheid en bereidheid daartoe beperkt is, bestaat er ook een ander scenario: samenwerken met een zbc, waarbij de randvoorwaarden die hierboven benoemd staan, eveneens van toepassing zijn alleen een andere invulling krijgen.

Delen
Ik hecht grote waarde aan een kritische blik, gedegen analyses en geen genoegen nemen met middelmatigheid.